1. De klep moet in een geventileerde en relatief droge ruimte worden geplaatst en beide uiteinden van de klepdoorgang moeten worden geblokkeerd. Zowel pneumatische kogelkranen als pneumatische vlinderkleppen dienen droog gehouden te worden.
2. Als de opslagtijd relatief lang is, moet deze regelmatig worden gecontroleerd en regelmatig worden schoongemaakt. Na reiniging moet roestvaste olie worden aangebracht.
3. Na installatie moeten we ook regelmatig controleren of de klep goed werkt en de mate van veroudering. De belangrijkste inspectiepunten zijn: (1) de slijtage van het afdichtingsoppervlak; (2) de slijtage van de trapeziumvormige draad van de klepsteel en de klepsteelmoer; (3) Of de verpakking verouderd en ongeldig is, als deze beschadigd is, moet deze op tijd worden vervangen; (4) Onderhoud en montage van de afsluiter Daarna moet de afdichtingsprestatietest worden uitgevoerd. Als het een flensklep is zoals een pneumatische flensvlinderklep, let dan op de aansluiting van de flens.
De klep moet ook worden geïnjecteerd met: L-CONNECTOR, POOLS EN VERCHROOMD, 1/2"X1/2" PIJPFITTINGEN smeer regelmatig, zodat het voor een langere tijd kan worden gebruikt, waardoor de klep normaal kan functioneren en de levensduur kan worden verlengd.
Let bij het injecteren van vet niet op de kwaliteit van het vet. De kwaliteit van vet is erg belangrijk. Sommige vetten hebben niet alleen geen beschermend effect op de klep, maar kunnen ook bijwerkingen hebben. Probeer daarom bij het kiezen van vet een beter vet te kiezen. Bij het injecteren van vet in de klep moet het worden geïnjecteerd volgens verschillende klepafmetingen en instructies. Het kan worden berekend op basis van de grootte en capaciteit van de klep, en vervolgens wordt een geschikte hoeveelheid injectie uitgevoerd.3